Marc Evers

In april 2015 is er een boek geschreven over mijn weg naar de Paralympische Spelen door Ivo van Woerden, opgeluisterd met videofragmentjes en foto's van Ilvy Njiokiktjien. Klik hier voor het boek 'The great Marc Evers'. Inmiddels is er ook een luisterboek uit, deze kan gedownload worden op de site van Luisterrijk.

Wie ben ik?


Ik ben Marc Evers, geboren op 17 juni 1991 in Hillegom. Ik heb een oudere broer, een jonger zusje en een jonger broertje. Samen met mijn ouders zijn wij dus met zijn zessen thuis. Rond mijn derde jaar bleek dat ik een verstandelijke beperking had en openbaarde mijn autisme zich. Dat ik niet naar een gewone school kon, was al snel duidelijk. Daarom ging ik naar het  Medisch Kinder Dagverblijf in Aerdenhout. Daar heb ik van mijn derde tot mijn zesde opgezeten. Een hele leuke school waar ik langzaam begon met praten. Van mijn zesde tot mijn 18e heb ik op de van Voorthuijsenschool in Haarlem gezeten, een ZMLK. Hier heb ik alles geleerd wat je op een gewone school ook leert zoals lezen, schrijven, rekenen en alle andere schoolse vakken. Daarnaast leerde ik daar ook zaken die voor "gewone" jongeren normaal zijn, maar voor mij moeilijker, zoals sociale vaardigheden, reizen met het openbaar vervoer en boodschappen doen.

De Zevensprong

Vanaf mijn vierde jaar ging mijn oma iedere zaterdag met mij zwemmen in Lisse bij de Zevensprong. Een organisatie die zich toelegt op vrijetijdsbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking. Ik kreeg daar één-op-één zwemles van Marloes. Een vrijwilligster waar ik het heel goed mee kon vinden en die erg lief voor mij was. Op mijn negende haalde ik mijn eerste zwemdiploma. Daarna volgde de rest van de diploma's en de zwemvaardigheidsbewijzen al snel. Op mijn twaalfde vroeg Theo van Diest, de trainer van de wedstrijdzwemmers, mij of ik geïnteresseerd was in het zwemmen van wedstrijden voor de Zevensprong. Na een aanvankelijke aarzeling besloot ik mee te doen. Dit was een leuke tijd waarin wij veel onderlinge wedstrijden met anderen zwommen tegen andere verenigingen voor mensen met een verstandelijke beperking. In het eerste jaar dat ik uitkwam voor de Zevensprong, werd ik ook afgevaardigd naar de Nederlandse Kampioenschappen. Tot mijn verbazing won ik daar 5 gouden medailles in mijn leeftijdsklasse. Dit succes smaakte naar meer, dus ging ik ook meer trainen. In eerste instantie onder Theo van Diest in Lisse.

Rapido '82/ZV Haerlem 

Om beter te presteren vond Theo dat ik beter bij een "gewone" vereniging kon gaan trainen. Na afwijzingen in Lisse en Heemstede, waar de verenigingen het niet aandurfden iemand met een beperking aan te nemen, kwam ik uiteindelijk in Haarlem bij het toenmalige Rapido '82 uit. De hoofdtrainer daar (Wim ten Wolde) zag hier totaal geen probleem in en samen met 2 andere zwemmers van de Zevensprong ging ik daar eerst twee keer in de week, maar al snel drie keer in de week trainen. Daarnaast zwom ik zaterdag nog bij de Zevensprong. Mijn tijden gingen vanaf dat moment met sprongen vooruit. Tegenwoordig heet Rapido '82: ZV Haerlem.

Trainingen

Na de Spelen van Londen is er heel wat veranderd. Ik trainde nog maar één keer in de week bij ZV Haerlem en Wim. De rest van de week trainde ik in Amersfoort, waar het Nationaal Trainingscentrum Paralympisch gevestigd is. Ik sliep dan op het KNVB Sportcentrum in Zeist. Mark Faber was daar trainer. Hij had daar samen met assistent trainer Sander Nijhuis en teammanager Marco van den Brink een team om zich heen met o.a. voedingsdeskundigen, fysiotherapeuten, de bondsarts en een sportpsycholoog.


Wim, Olivia en Marian hebben aan de basis gestaan van mijn Paralympische medailles. In de laatste twee jaar voor de Spelen van Londen heb ik bijna dagelijks getraind bij Wim en Olivia, waarbij de Olivia mij naast de krachttraining elke dag, ook masseerde wanneer ik weer eens helemaal vast zat. De yogalessen van Marian hebben mij geholpen om op het belangrijkste moment van mijn leven, de finale 100 meter rugslag voor een publiek van ruim 17.000 mensen, mijn zenuwen in bedwang te houden en het beste uit mezelf te halen. 

En dan natuurlijk Wim, hij is de trainer waar ik mee gelachen en gehuild heb, die me pijn heeft laten lijden en geleerd heeft daarmee om te gaan. Keihard als het moest en boterzacht als het nodig was. Hij heeft mij de mores van de topsport geleerd. Keihard werken en zoals hij altijd zei: "Medailles verdien je in de trainingen". Ik heb er wat doorheen gezeten de laatste jaren voor de Spelen. Toch heeft hij mij er altijd doorheen getrokken. Geheel onbezoldigd regelde hij trainingskampen en trainde hij mij elke dag. Hij schreef schema's voor mij  en stond om half zes 's morgens aan de badrand. Gelukkig heb ik hem kunnen bedanken op de laatste afstand van de Spelen in Londen. Ik heb bereikt wat hij door omstandigheden in zijn zwemcarrière net niet heeft kunnen bereiken, namelijk een medaille op de 100 meter schoolslag. Op de foto hiernaast kun je zien hoe hij dat gevierd heeft op Trafalgar Square.

Jetmail

Tot februari 2011 heb ik na mijn schooltijd halve dagen gewerkt bij Jetmail in Hillegom. Een geweldig bedrijf dat mij volledig steunde in mijn ambities. Echter, in de aanloop naar het EK 2011 kon ik die combinatie (sporten en werken) door het intensieve trainingsprogramma niet meer volhouden. Omdat ik op dat moment ook mijn A status kreeg en daaruit voortvloeiend een stipendium van het NOC/NSF ben ik gestopt met werken. Jetmail is nog steeds een van mijn sponsoren.

Road to the Olympics

S14 sporters (sporters met een verstandelijke beperking) zijn sinds 2000 niet Paralympisch. Dat kwam doordat de Spanjaarden tijdens de Spelen van Sydney gefraudeerd hadden bij het basketbal. Zij stuurden gewone sporters, waardoor er geen eerlijke competitie was. Het gevolg van dit frauduleuze handelen was dat de verstandelijk gehandicapten uitgesloten werden van Paralympische deelname. S14 sporters zouden pas weer mee kunnen doen als er een goed classificatiesysteem zou zijn dat een eerlijke competie zal borgen. 

Inmiddels, ruim 10 jaar later, was het dan zover. Hoewel we nog volop in het proces van implementatie van verstandelijk gehandicapte sporters in de nationale en internationale sportwereld zitten, mogen de S14 zwemmers (weliswaar op een beperkt aantal afstanden) zich weer met elkaar meten op Paralympisch niveau.

Nederlands team en classificatie 

In 2007 werd ik gevraagd om voor het Nederlands team te gaan zwemmen. In die tijd vielen wij nog onder de Nebas-NSG en internationaal onder de INAS-FID. Ik zwom in 2008 mijn eerste internationale wedstrijd in Polen. Een hele gebeurtenis. Ik won daar 2x zilver en 1x brons. 

In de zomer van 2009 zwom ik mijn eerste wereldkampioenschap in Tsjechië, ook nog onder de INAS-FID. Ik won daar zilver op de 100 en 200 vlinderslag. Daarna ging het snel. In november 2009 werd tijdens een vergadering van het Internationaal Paralympisch Comité bij meerderheid van stemmen besloten dat de S14 weer in de Olympische familie werden opgenomen. 

Inmiddels is er een classificatiesysteem dat overigens nog steeds aan discussie onderhevig is. In oktober 2009 hebben wij voor het eerst aan een officiële Paralympische wedstrijd meegedaan, namelijk de IPC Europese Kampioenschappen in Reykjavik IJsland. Ik won daar brons op de 200 wisselslag en 100 vrije slag. 

Om geclassificeerd te worden moet je diverse testen ondergaan. Ik ben inmiddels 5 keer getest, waarna ik na de laatste test in Berlijn vlak voor het EK de definitieve goedkeuring gekregen heb om mee te mogen doen in Londen. Dit keuringstraject moet elke sporter met een beperking ondergaan. Ook wordt elke sporter in zijn carrière diverse keren aan een her-test onderworpen.

Wereldkampioenschappen Eindhoven 

Inmiddels is het integratieproces afgerond en zijn de S14 zwemmers volwaardig lid van het Nederlands Paralympisch team. We zwemmen nu ook onder de KNZB. In augustus 2010 zijn wij (S1 t/m S14) voor het eerst als één team naar een groot internationaal toernooi geweest, namelijk de Wereldkampioenschappen in Eindhoven. Een fantastische ervaring. Volle tribunes, spannende races en een super hoog niveau. Ik werd daar 3e, 4e en 5e. Respectievelijk op de 100 rug-, de 100 school- en 200 vrije slag. Zowel in de series, als in de finales verbeterde ik mijn persoonlijke records.

Paralympische Spelen Rio de Janeiro

Samen met de lichamelijk gehandicapten hebben wij het traject naar de Paralympische Spelen in Londen afgelegd. Onze bondscoach Mark Faber heeft ons hierin begeleid. Omdat ik om praktische redenen niet in Amersfoort en Zeist kon trainen, hebben mijn clubtrainer Wim ten Wolde en bondscoach Mark Faber in overleg een trainingsprogramma voor mij samengesteld dat het mogelijk moest maken om zo optimaal mogelijk te presteren op de Paralympische Spelen in Londen. Met een gouden, een bronzen medaille en een 4e plek kunnen we stellen dat die formule gewerkt heeft. Na de Spelen in Londen zijn we het traject naar Rio de Janeiro 2016 ingegaan. Ik ben toen verhuisd naar Zeist, zodat ik in het fulltime programma van de KNZB mee kon gaan draaien.

Kampioen worden, Kampioen blijven.

Mijn eerste Spelen in Londen, ging ik redelijk ontspannen naar toe. Ik had niets te verliezen en het was een groot avontuur. Pas als je er bent geweest, zie je de grootsheid van de Spelen. De ambiance, een groot gebied met 6 stadions, het Olympisch dorp. Alle grote sporters, het is werkelijk fantastisch. 

Als je net terug komt van de Spelen en je hebt gewonnen, is er veel aandacht. Huldigingen, je wordt overal uitgenodigd, maar langzaam ebt dat weg. Dan zak je weer terug in de anonimiteit en begint het trainen weer van voor af aan. Toen ik terug kwam van Londen werd mij gevaagd of ik door wilde gaan naar de volgende spelen. Rio de Janeiro. Natuurlijk hoefde ik daar geen seconde over na te denken. 
Ongeveer twee jaar na de Spelen ben ik naar Zeist verhuisd om dichter bij het trainingsbad te wonen. Ik had vlak voor Londen mijn rijbewijs gehaald, dus ik kon vanaf toen zelfstandig reizen. 

Uiteraard wilde ik ook in Rio weer succesvol zijn. Omdat het internationale veld zich snel ontwikkelde, moest ik ook sneller gaan zwemmen. Nog meer trainen, nog meer afzien. Met uiteraard de gebruikelijke dippen die daarbij horen. Omdat ik sneller moest gaan zwemmen, zijn de trainers ook aan mijn techniek gaan sleutelen. Dat is vanwege mijn handicap erg lastig voor mij. Waar je bij een "gewone" sporter aanwijzingen geeft en hij deze gewoon toepast, moet het er bij bij mij langzaam ingeslepen worden. In eerste instantie zwem ik dan niet sneller en dat maakt mij onzeker. Steeds harder trainen en niet sneller zwemmen, dat rijmt niet met elkaar.

Daar heb ik richting Rio behoorlijk last van gehad. Ook op de Spelen van Rio vond ik niet dat ik volledig in topvorm was. Maar met een bronzen, een zilveren en een gouden medaille kan ik toch tevreden zijn. Na Rio kwam ik in een enorme dip terecht. Ik sliep niet meer, had de hele dag hoofdpijn en voelde me gewoon slecht. Volgens mijn huisarts (met een topsport verleden) is dit heel normaal en komt dat bij veel topsporters voor. Ik had steeds het idee dat alles moest. Ik was van plan om te stoppen. Ik kon het niet meer opbrengen om elke dag zo diep te gaan. Uiteindelijk is het me gelukt om na een paar maanden de knop om te zetten. Ik heb alles bereikt, op mijn 21e Paralympisch kampioen, vele Wereld- en Europese titels, wereldrecords en op twee Spelen goud gewonnen. Ik ben anders tegen de sport aan gaan kijken. Ik moest weer plezier gaan krijgen. Waar ik in de 4 jaar naar Rio een enorme druk voelde, heb ik deze van mij af kunnen schudden. Ik heb leren relativeren. En ik heb er enorm veel zin in om er alles voor te doen om in Tokio 2020 nog een keer te vlammen. Mijn favoriete afstand, de 100 meter vlinderslag, is in het programma opgenomen. Maar het allerbelangrijkste is toch wel, dat ik na ruim vier jaar onder enorme druk geleefd te hebben, het plezier in mijn sport teruggevonden heb.